Dat is een uitspraak die ik vaak voorbij hoor komen binnen mijn praktijk. Want; hoe wéét je nou of je baan (nog) wel bij je past of dat je er juist zelf teveel over nadenkt? Andere collega’s hebben het toch ook prima naar hun zin? En vanaf dit punt zie ik vaker gebeuren dat het overdenken start: Nadenken over hoe je toch tevreden kunt zijn met je baan (want zo erg is het allemaal niet) terwijl je de volgende dag toch weer denkt aan een switch in je werkende leven tot er een golvende beweging ontstaat van gedachtes.
“Misschien moet ik zelf ook niet zo moeilijk doen.”…
“Ligt het niet gewoon aan mezelf dat ik altijd wat anders wil?”…
“Moet ik niet gewoon proberen tevreden te zijn met alles wat ik wél heb? Het is soms best prima!”…
En zo raken we door de snelheid van onze gedachten de connectie kwijt met hetgeen waar het antwoord ligt; Heel diep van binnen voel je heel goed bij jezelf of je wel of niet (meer) op je plek zit. Misschien ontbreekt de uitdaging of kan je jezelf niet helemaal (meer) identificeren met je werk. Wellicht wil je nieuwe dingen leren of ergens heel goed in worden en misschien wil je jezelf meer gewaardeerd voelen. Het kan ‘m natuurlijk in verschillende dingen zitten..
Een kennis zei jaren terug tegen me: “Als jouw werk écht bij je had gepast dan had je me nu zitten vertellen wat je er leuk aan vindt”. En tuurlijk, werk is ook gewoon werk en het is niet altijd 100 procent leuk. Toch voel je of je op dit moment in je leven op het juiste spoor zit. Denk hierbij aan de mensen om je heen die hun baan leuk vinden en die op hun plek zitten: dat kan jij ook zijn!