Hoe vaker je wordt afgewezen, hoe vaker je wordt uitgenodigd.

De Lion King is weer in de bios en dat doet me gelijk denken aan de makers van deze film: het bedrijf Walt Disney met uiteraard als oprichter Walt Disney himself. Hij begint in zijn twintiger jaren het bedrijf Laugh-O-Grams, waarmee hij binnen aanzienlijke tijd ook een faillissement meemaakt.

Opgeven doet ‘ie niet, een paar jaren later richt hij Cartoon Studio op en Disney bedenkt Mickey Mouse. Hij moet het idee van Mickey Mouse tientallen keren verdeelt over meerdere jaren aanbieden voordat het een plekje krijgt op de televisie. Na Donald Duck, Goofy en Pluto wilt hij een full length-animatiefilm creëren. Consumenten en concurrenten vinden dit een grote grap. Disney moet het zelf bekostigen door een tweede hypotheek te nemen en leningen af te sluiten. In die tijd was 1,2 miljoen euro al helemaal een groot bedrag.

Met een daverend succes wordt de film van Disney ontvangen en Walt Disney heeft nu een prominente plek ingenomen op het witte doek.

En wat ik nou zo mooi vind: Walt Disney heeft heel veel nee’s gehad, twee faillisementen meegemaakt, diep in de schulden gezeten en ondertussen ging hij door omdat hij gefixeerd was op die “ja” en op het succes.

En stel je nou voor dat hij naar al die nee’s had geluisterd…. Dan hadden wij nu geen Lion King gehad, geen Donald Duck, geen Bambi, geen Goofy, geen Pluto. Walt Disney heeft wel honderden keren nee gehoord en tegelijkertijd had hij maar 1 ja nodig want dan kon hij aan de slag.

En wat doen wij? We versturen 1, soms 2 sollicitatiebrieven per keer in de hoop dat we worden uitgenodigd, terwijl het eigenlijk een logische rekensom is:
Stuur je drie sollicitatiebrieven en word je één keer uitgenodigd op gesprek? Dan word je bij het sturen van twaalf sollicitatiebrieven vier keer uitgenodigd. En twaalf brieven sturen, dat lijkt misschien veel en aan de andere kant: als je écht iets wilt, heb je het er dan voor over daar eens een dag goed voor te gaan zitten?

Als één eend de snelweg oversteekt, hoe groot is de kans dat hij de overkant haalt?
En als 100 eenden de snelweg oversteken, hoe groot is dán de kans dat er eentje de overkant haalt? Die is groter, toch?

Dus in feite: Hoe meer nee’s je ontvangt, hoe meer ja’s je zult krijgen. Dus eigenlijk weet je dat je met elke “nee” dichter bij de “ja” komt. Mits je het vermogen hebt nieuwsgierig te zijn, feedback te ontvangen en te verwerken zodat je je kansen daadwerkelijk nog verder vergroot.